Adviestrajecten over financiële verhoudingen
De Raad voor het Openbaar Bestuur adviseert ook over de beleidsmatige aspecten van financiële verhoudingen tussen Rijk, gemeenten en provincies. In 2021 brengt de ROB drie adviezen uit over de financiële verhoudingen.
Advies herverdeling gemeentefonds
Herijking en herverdeling
Voor het eerst sinds 1997 wordt de verdeling van het gemeentefonds integraal herzien. Sinds die tijd is er veel veranderd. Zo pakken gemeenten meer taken op in het sociaal domein en werken overheden steeds meer samen. Daarom is een herverdeling nodig. De fondsbeheerders (de minister van Binnenlandse Zaken en de staatssecretaris van Financiën) onderzoeken samen met gemeenten hoe het geld het best verdeeld kan worden. Daarnaast moet door herijking de verdeling eenvoudiger worden.
Adviesaanvraag
Het onderzoek voor de herijking van het gemeentefonds startte in maart 2019. Inmiddels zijn verschillende rapporten gepubliceerd over de herijking en hebben de fondsbeheerders een voorstel gedaan voor de nieuwe integrale verdeling van het gemeentefonds. De minister van Binnenlandse Zaken heeft de Raad voor het openbaar Bestuur op 2 februari 2021 een adviesaanvraag gestuurd over het verdeelvoorstel herijkt gemeentefonds.
Tussenbericht
Het verdeelvoorstel roept bij de Raad nog de nodige vragen op, zowel wat betreft de onderbouwing als de uitkomsten. In een tussenbericht stelt de Raad daarom vragen aan de minister van Binnenlandse Zaken. Met de antwoorden daarop hoopt de Raad te kunnen komen tot een afgewogen en onderbouwd oordeel dat bijdraagt aan een verdeelvoorstel dat boven redelijke twijfel verheven is, uitlegbaar is en aan de maatschappelijke doelen van de financiële verhoudingswet voldoet.
Onder andere door deze vragen laat de minister van Binnenlandse Zaken het verdeelvoorstel nog eens kritisch tegen het licht houden. Dat schrijft ze aan de Tweede Kamer op 9 april 2021.
Nieuwe adviesaanvraag en herzien verdeelvoorstel
De minister van Binnenlandse Zaken heeft het verdeelvoorstel op onderdelen verbeterd, zo schrijft ze op 9 juli 2021 in de nieuwe adviesaanvraag aan de Raad. De Raad bracht op 19 oktober 2021 zijn eindadvies uit.
Breed advies financiële verhoudingen: Rust, reinheid en regelmaat
De Raad constateert dat de financiële verhoudingen vast aan het lopen zijn. Er zijn steeds meer discussies over bekostiging van decentrale taken, die tot veel onrust leiden. In het advies ‘Rust-Reinheid-Regelmaat. Evenwicht in de bestuurlijk-financiële verhoudingen’ bepleit de ROB om de balans in de bestuurlijk-financiële verhoudingen te herstellen. De ROB roept het volgende kabinet op om daarin fundamentele keuzes te maken. Dit om te voorkomen dat de financiële problemen onbeheersbaar worden en de kracht van decentrale overheden verder wordt uitgehold.
Dit advies stond centraal op de Dag van de Financiële Verhoudingen op 15 april 2021.
Advies normeringssystematiek
Gemeenten en provincies zijn voor een groot deel afhankelijk van inkomsten uit het gemeente- en provinciefonds, die door het Rijk gevuld worden. De manier waarin de fondsen meebewegen met de uitgaven van het Rijk, wordt de normeringssystematiek genoemd. In het begin van elke kabinetsperiode worden afspraken over die systematiek gemaakt door Rijk, provincies en gemeenten.
De Raad pleit voor het maken van vaste volume-afspraken voor vier jaar over het Gemeentefonds en Provinciefonds. Daarmee ontstaat meer stabiliteit en vertrouwen in de financiële en bestuurlijke verhoudingen. Lees meer daarover in het op 2 juni 2021 uitgebrachte advies Toepassing Normeringssystematiek.
Meer informatie
- Heeft u vragen of suggesties? U kunt contact opnemen met adviseur Bart Leurs of Gerber van Nijendaal.
- In dit filmpje wordt uitgelegd hoe het gemeentefonds werkt. (Deze animatie is gemaakt door het ministerie van BZK in 2016):
(Beeldtitel: Werking Gemeentefonds. Een animatie. Voice-over:)
RUSTIGE MUZIEK
VOICE-OVER: In Nederland voeren gemeenten heel veel verschillende publieke taken uit.
Om hun taken goed te kunnen uitvoeren, hebben gemeenten geld nodig.
Dat geld komt uit verschillende inkomstenbronnen.
Ongeveer de helft van de inkomsten van een gemeente komt uit het gemeentefonds.
Maar hoe wordt de omvang van het gemeentefonds eigenlijk bepaald?
En hoe wordt het uiteindelijk verdeeld?
Het gemeentefonds wordt beheerd door de ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties én van Financiën.
Het fonds bevat 27 miljard euro en is bestemd voor alle gemeenten in Nederland.
Gemeenten verschillen onderling in heel veel aspecten.
Deze verschillen vormen de belangrijkste grondslag voor de verdeling.
Zo heeft het aantal inwoners binnen een gemeente invloed op de hoeveelheid geld die ze uit het gemeentefonds krijgt.
Maar het Rijk kijkt onder andere naar het aantal jongeren, de centrumfunctie het grondgebied of de grootte van de watergebieden binnen een gemeente.
Zo kunnen gemeenten met hetzelfde aantal inwoners toch verschillende bijdragen ontvangen uit het gemeentefonds.
De verdeling van het geld over de gemeenten wordt volgens een verfijnde methode uitgevoerd.
De mogelijkheden om een gelijk voorzieningenniveau te kunnen realiseren staan daarbij voorop.
Soms verschuiven taken van het Rijk naar de gemeenten, of andersom.
Dat heeft invloed op de omvang van het gemeentefonds.
In 2015 hebben gemeenten bijvoorbeeld nieuwe taken gekregen op het gebied van jeugd, zorg en participatie.
De uitkering kan uit vier onderdelen bestaan.
(Een tabel.)
Er bestaan voor de algemene uitkering ongeveer zestig factoren in jargon maatstaven genoemd, die de hoogte van de uitkering bepalen.
Deze maatstaven zijn verdeeld in groepen of clusters.
Het CBS geeft aan hoe een gemeente scoort op de verschillende maatstaven.
Voor elke maatstaf staat een vast bedrag per eenheid.
Een bijzondere maatstaf is de onroerendezaakbelasting die de gemeenten heffen.
Het bedrag aan OZB dat de gemeente zelf kan ophalen, wordt in mindering gebracht.
Daarmee is de algemene uitkering bijna bepaald.
De algemene uitkering wordt definitief na vermenigvuldiging met een percentage voor ontwikkelingen die niet via maatstaven worden verdeeld: de uitkeringsfactor.
(Muntstapels groeien.)
Naast deze algemene uitkering zijn er nog drie uitkeringen.
Een integratie-uitkering is bedoeld voor sommige relatief nieuwe taken waarvan de maatstaven nog niet definitief zijn.
De integratie-uitkering Sociaal domein kent ongeveer dertig maatstaven.
Een decentralisatie-uitkering wordt gegeven aan gemeenten die een bijzondere taak van vaak korte duur hebben.
De laatste uitkering is de aanvullende uitkering.
Gemeenten zijn solidair.
Voor gemeenten in financiële moeilijkheden heeft het gemeentefonds een vangnet op grond van Artikel 12.
(De gezonken skyline van een gemeente komt weer boven.)
Wanneer het goed gaat met ons land en er door het Rijk op bepaalde terreinen meer kan worden uitgegeven is er ook meer geld beschikbaar voor gemeenten.
En als het minder gaat, moet de gemeente ook met wat minder geld toe.
Die solidariteit staat bekend als de 'trap op, trap af'-systematiek.
Het resultaat is een percentage: het accres.
(Een man loopt op straat.)
Het Rijk gaat niet over de manier waarop gemeenten het geld besteden.
Dat is de verantwoordelijkheid van de gemeenteraad.
(Een stembus verschijnt.)
En die gemeenteraad wordt gekozen door alle inwoners.
(De stembus wordt gevuld.)
Het vaststellen van de omvang van het gemeentefonds en een evenwichtige en eerlijke verdeling, is belangrijk werk.
Want met het gemeentefonds kunnen gemeenten hun taken goed uitvoeren.
(Het Nederlandse wapenschild met daarnaast: Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.)