Briefadvies Verdeelmodel inkomensdeel Participatiewet 2018

Op verzoek van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid brengt de Raad voor de financiële verhoudingen advies uit over het verdeelmodel waarmee in 2018 de bijstandsbudgetten over gemeenten worden verdeeld. De Raad stemt in met dit verdeelmodel. Het model voorspelt met objectieve factoren de kans dat een huishouden in de bijstand zit. Deze wijze van verdelen is sinds 2015 van kracht, en sindsdien elk jaar verbeterd. Het model voor 2018 is dus de vierde ‘update’ hiervan.

De Raad vindt deze ‘update’ wederom een verbetering, ook ten opzichte van de vorige versie, het verdeelmodel voor 2017. Daarin zaten nog enkele uitschieters. Zo hebben gemeenten met een centrumfunctie te maken met een stapeling van sociale problematiek. Het leek erop dat voor deze gemeenten de kans dat huishoudens in de bijstand kwamen te laag werd ingeschat. Met het nieuwe model voor 2018 is deze inschatting verbeterd.

Verbetering

Omdat het model voor 2018 een verbetering is ten opzichte van 2017, stelt de Raad voor om dit model volledig in te voeren. Dit betekent dat de historische bijstandslasten niet langer worden meegewogen, zoals in 2017 nog voor 25% het geval was. De historie is niet altijd een goede voorspeller van de huidige bijstandslasten gebleken.

Ook in het nieuwe model zijn er nog steeds uitschieters naar beneden en naar boven: sommige gemeenten ontvangen te weinig, anderen te veel. Gemeenten die objectief gezien te weinig bijstandsbudget ontvangen kunnen een beroep doen op een vangnetregeling. Daarvoor geldt een eigen risico. De Raad adviseert om dit eigen risico op het verlaagde niveau van 5% te houden. Voor gemeenten die als gevolg van het verdeelmodel objectief gezien (zeer) grote overschotten overhouden, adviseert de Raad om te onderzoeken of een aftopping wenselijk en mogelijk is.

Advies

In zijn advies stelt de Raad stelt dat de discussie over de verdeling wordt vertroebeld door twijfel of het totale budget voor alle gemeenten samen (het macrobudget) wel voldoende is. Tekorten op bijstandsbudgetten bij gemeenten worden vaak geweten aan het verdeelmodel. Maar volgens de Raad schiet mogelijk de omvang van het macrobudget te kort. Oftewel: als de taart te klein is, zullen ook alle punten daaruit te klein zijn. De Raad adviseert daarom als volgt: als het totale tekort van alle gemeenten groter is dan een bepaald percentage van het macrobudget, dan overleggen Rijk en gemeenten of er aanpassing van het budget nodig is.

Onderzoeken

Tot slot vraagt de Raad om te onderzoeken wat er aan de hand is in gemeenten voor wie het model wel een correct aantal bijstandshuishoudens voorspelt, maar toch een te laag budget. In die gemeenten is dan sprake van een ‘prijseffect’.  Verder hebben een aantal gemeenten te maken met cliënten die in een beschermd wonen-omgeving leven en recht hebben op een volledige bijstandsuitkering. Deze groep wordt mogelijk niet goed in het model meegenomen. De Raad stelt voor om onderzoek hiernaar te doen, en eventuele daaruit volgende verbeteringen in het model 2019 mee te nemen.