Adviesrapport Eerst de politiek, dan de techniek
Steeds meer overheidstaken worden door gemeenten uitgevoerd; die staan het dichtst bij de mensen en kunnen maatwerk leveren. Jaarlijks geven gemeenten al bijna 60 miljard euro uit. Het is dus belangrijk dat deze financiën doelmatig zijn georganiseerd. Volgens de Raad voor de financiële verhoudingen is dit niet meer het geval. De raad spreekt van “winkelen met andermans portemonnee” en wil dat het volgende kabinet dit aanpakt. Dat staat in het advies ‘Eerst de politiek dan de techniek. Spelregels voor toekomstbestendige financiële verhoudingen'.
Herbezinning financiële verhoudingen
De financiële verhoudingen beschrijven hoe de taken van gemeenten bekostigd worden. In 1997 zijn de uitgangspunten voor de financiële verhoudingen voor het laatst vastgelegd. Sindsdien is veel veranderd. Gemeenten zijn gegroeid. Er zijn demografische en economische ontwikkelingen. En er zijn veel taken van Rijk naar gemeente gegaan. Daarom heeft de Raad voor financiële verhoudingen gekeken of een aanpassing van de regels van 1997 nodig is. De video toont de herbezinning en de daaruit voortkomende adviezen.
(Het logo van de Raad voor de financiële verhoudingen. Beeldtitel: Herbezinning financiële verhoudingen. Een animatie.)
RUSTIGE MUZIEK
VOICE-OVER: Voor de uitvoering van hun taken geven gemeenten ruim 56 miljard uit.
Gemeenten betalen die voor een deel uit eigen belastinginkomsten maar grotendeels uit rijksbijdragen.
Deze rijksbijdragen zorgen ervoor dat vergelijkbare gemeenten dezelfde financiële mogelijkheden hebben.
De financiële verhoudingen beschrijven hoe de taken van gemeenten bekostigd worden.
In 1997 zijn de uitgangspunten voor de financiële verhoudingen voor het laatst vastgelegd.
Sindsdien is veel veranderd. Gemeenten zijn gegroeid.
Er zijn demografische en economische ontwikkelingen.
En er zijn veel taken van Rijk naar gemeente gegaan.
Daarom heeft de Raad voor financiële verhoudingen gekeken of een aanpassing van de regels van 1997 nodig is.
De Rfv constateert dat de financiële verhoudingen zijn verrommeld.
Door een opeenstapeling van inconsequente keuzes liggen betalen en bepalen niet meer bij dezelfde partij.
Dit leidt tot een ondoelmatige besteding van belastinggeld.
Soms bepaalt het Rijk gemeentelijk beleid maar deze bestedingseisen moeten gemeenten vaak wel met eigen geld betalen, uit het gemeentefonds.
(Er verschijnt een boom.)
De Rfv heeft een beslisboom ontwikkeld om consequent de afwegingen te maken over de wijze waarop gemeentelijke taken het best kunnen worden bekostigd.
Het gaat daarbij om de volgende vragen: Wat is de schaal van de opgave?
Hoeveel vrijheid hebben gemeenten in het bepalen van de uitkomsten van beleid?
En in hoeverre hebben gemeenten voor die opgave dezelfde financiële mogelijkheden nodig?
Deze uitkomsten leiden tot een plaats in het assenstelsel.
(Op een blauwe lijn staat 'beleid' en op een oranje 'uitgangspositie'.)
DE RUSTIGE MUZIEK SPEELT VERDER
Zo is bijstand een recht dat voor iedereen hetzelfde is.
Het Rijk bepaalt en betaalt.
Bij toerisme, sport en cultuur hebben gemeenten veel vrijheid.
Ze kunnen dit beter uit eigen belastinginkomsten betalen.
Voor wegen is wel een gelijke uitgangspositie nodig.
Omdat de kosten voor wegen van gemeente tot gemeente verschillen wordt daar in de verdeling rekening mee gehouden.
Bij riolering hebben gemeenten weinig beleidsvrijheid.
De kosten hiervan worden echter betaald uit lokale heffingen.
De Rfv komt tot de volgende adviezen: maak consequente afwegingen volgens de beslisboom.
Dit draagt bij aan een betere afweging waar het belastinggeld aan wordt besteed.
Voor collectieve taken van gemeentelijke schaal, zoals parken en zwembaden leidt dit tot een verruiming van het gemeentelijk belastinggebied.
De rijksbelasting kan dan omlaag.
De burger krijgt meer invloed op het lokale beleid.
Dit draagt bij aan het draagvlak voor het beleid en versterking van de lokale democratie.
(Het logo van de Raad voor de financiële verhoudingen. Beeldtekst: Eerst de politiek, dan de techniek. Spelregels voor toekomstbestendige financiële verhoudingen. Januari 2017.)
DE RUSTIGE MUZIEK EBT WEG
Gemeenschapsgeld doelmatig uitgeven betekent voor- en nadelen goed tegen elkaar afwegen. Dat lukt alleen als de overheid die de beslissing neemt en de voordelen heeft, ook de kosten betaalt. Wie de rekening naar een andere partij kan doorschuiven geeft meer uit dan nodig. De huidige financiële verhoudingen leiden tot een ondoelmatige besteding van overheidsgeld. De Rfv pleit voor het invoeren van het principe “wie bepaalt, betaalt”. De overheid (Rijk, provincie of gemeente) die besluit of een bepaalde taak moet worden uitgevoerd en hoe goed, moet ook de financiële afweging op zijn bord krijgen. Er is nu sprake van een gebrek aan transparantie waardoor het draagvlak onder de financiële verhoudingen dreigt weg te vallen.
Eerst de politiek, dan de techniek
Een goed financieel systeem voor gemeenten is geen puur technische kwestie. In tegendeel, eerst moeten enkele politieke keuzes worden gemaakt. Daarna volgt uit het principe “wie bepaalt, betaalt” wat de efficiënte financieringsmethode is. Drie vragen staan centraal:
- Moet een taak worden uitgevoerd door de gemeente, de regio, de provincie of het Rijk?
- Hoeveel lokale beleidsvrijheid is er? Mogen voorzieningen tussen gemeenten verschillen?
- Moeten gemeenten allemaal dezelfde financiële mogelijkheden krijgen? Of is dit minder belangrijk?
Gemeentelijke belasting
Gemeenten bepalen zelf of ze geld uitgeven aan sport, cultuur of plantsoenen (veel beleidsvrijheid). Een groot deel wordt echter hiervan betaald met een uitkering van de rijksoverheid. Gemeenten geven die uitkering sowieso uit; kosten en baten worden niet tegen elkaar afgewogen. Dat is niet doelmatig. Dergelijke zaken zouden meer uit de lokale belasting kunnen worden betaald. Dan moet de gemeenteraad kiezen of ze het belastinggeld waard zijn. De landelijke belastingen kunnen dan omlaag, omdat het Rijk minder geld aan gemeenten hoeft te geven.
Gelijk speelveld voor gemeenten?
Als de landelijke overheid wil dat alle gemeenten hun inwoners ongeveer dezelfde voorzieningen kunnen bieden, dan kan het Rijk verschillen in kosten en in de mogelijkheden belasting te heffen (deels) gladstrijken. Dat kan door bij de verdeling van het gemeentefonds rekening te houden met dergelijke verschillen.
Rijksuitkering aan gemeenten
De rijksoverheid vindt in een aantal gevallen dat gemeenten bepaalde diensten moeten leveren en dat de dienstverlening in elke gemeente hetzelfde moet zijn (weinig beleidsvrijheid). Bijvoorbeeld beschut werk of bijstand. Het Rijk bepaalt. Dan moet het Rijk dus ook de rekening betalen. Anders kan het Rijk “winkelen” met de portemonnee van de gemeenten: de burger grote beloften doen, zonder er zelf geld aan uit te geven. Gemeenten moeten voor zo’n taak dan dus een kostendekkende uitkering van Rijk ontvangen.
Keuzes helder in beeld
De Rfv heeft de politieke keuzes in een overzichtelijk schema gezet. Landelijke politici zien zo precies waarover ze besluiten moeten nemen. En ze zien welke gevolgen hun besluiten hebben voor een efficiënte bekostiging van gemeenten. Bevallen die gevolgen niet, dan kunnen de keuzes nog worden aangepast.
Het nieuwe kabinet kan met dit advies in de hand de stofkam door de financiële verhoudingen halen. Doel is een transparant systeem waarmee gemeenten hun werk goed kunnen doen. Dat is hard nodig, want anders verdwijnt het draagvlak voor het (lokaal) bestuur. De Financiële-verhoudingswet moet op deze punten worden aangepast om het vertrouwen in de financiële verhoudingen te kunnen behouden.
Voorbeeld politiek-bestuurlijke keuze 'In hoeverre verevenen?'
Dit voorbeeld (p. 21 adviesrapport) is bedoeld om een gevoel te krijgen voor de noodzaak van verevening en voor de maximale verschillen als er niet verevend zou worden. Daartoe is voor elke gemeente bepaald wat de huidige uitkering uit het gemeentefonds bedraagt (zonder de integratie-uitkering sociaal domein) en wat voor OZB-tarief ze zouden moeten heffen als ze geen gemeentefondsuitkering zouden krijgen, maar nog net zoveel zouden uitgeven.
- 52 gemeenten zouden 140% tot 250% van het gemiddelde tarief moeten heffen
- 33 gemeenten zouden met 40% tot 75% van het gemiddelde tarief toe kunnen.
Tussen de hoogste en de laagste zit dan meer dan een factor 6. Dergelijke grote verschillen zal niet iedereen rechtvaardig vinden. Bovendien geven ze een prikkel aan huishoudens en bedrijven om zich te vestigen in bepaalde gebieden. Dit soort door overheidsbeleid gedreven vestigingsprikkels zijn economisch niet gewenst.
Noodzaak van verevening
Label Naamgeving | Label Data |
---|---|
Aa en Hunze | 33% |
Aalburg | 13% |
Aalsmeer | -23% |
Aalten | 34% |
Achtkarspelen | 69% |
Alblasserdam | 13% |
Albrandswaard | 1% |
Alkmaar | -14% |
Almelo | 37% |
Almere | 31% |
Alphen aan den Rijn | -7% |
Alphen-Chaam | -5% |
Ameland | -28% |
Amersfoort | 10% |
Amstelveen | -21% |
Amsterdam | -26% |
Apeldoorn | 1% |
Appingedam | 99% |
Arnhem | 21% |
Assen | 35% |
Asten | -4% |
Baarle-Nassau | -5% |
Baarn | -4% |
Barendrecht | 8% |
Barneveld | -9% |
Bedum | 57% |
Beek | 17% |
Beemster | 1% |
Beesel | 49% |
Bellingwedde | 98% |
Bergeijk | -12% |
Bergen (L.) | 38% |
Bergen (NH.) | -55% |
Bergen op Zoom | -4% |
Berkelland | 20% |
Bernheze | -1% |
Best | -4% |
Beuningen | 25% |
Beverwijk | -12% |
Binnenmaas | -1% |
Bladel | -10% |
Blaricum | -58% |
Bloemendaal | -55% |
Bodegraven-Reeuwijk | 2% |
Boekel | 1% |
Borger-Odoorn | 55% |
Borne | 22% |
Borsele | -23% |
Boxmeer | 0% |
Boxtel | 3% |
Breda | -19% |
Brielle | 3% |
Bronckhorst | 5% |
Brummen | 15% |
Brunssum | 96% |
Bunnik | -15% |
Bunschoten | -8% |
Buren | -11% |
Bussum | -21% |
Capelle aan den IJssel | 67% |
Castricum | 4% |
Coevorden | 32% |
Cranendonck | 0% |
Cromstrijen | 1% |
Cuijk | 18% |
Culemborg | 20% |
Dalfsen | -2% |
Dantumadiel | 91% |
De Bilt | -15% |
De Friese Meren | 29% |
De Marne | 77% |
De Ronde Venen | -5% |
De Wolden | 16% |
Delft | 8% |
Delfzijl | 22% |
Den Helder | 38% |
Deurne | -6% |
Deventer | 9% |
Diemen | 2% |
Dinkelland | -2% |
Doesburg | 34% |
Doetinchem | -12% |
Dongen | 12% |
Dongeradeel | 41% |
Dordrecht | 28% |
Drechterland | 23% |
Drimmelen | 10% |
Dronten | 16% |
Druten | 20% |
Duiven | 10% |
Echt-Susteren | 31% |
Edam-Volendam | 15% |
Ede | 1% |
Eemnes | -27% |
Eemsmond | -5% |
Eersel | -15% |
Eijsden-Margraten | 10% |
Eindhoven | -8% |
Elburg | 10% |
Emmen | 27% |
Enkhuizen | 43% |
Enschede | 44% |
Epe | 1% |
Ermelo | 6% |
Etten-Leur | -2% |
Ferwerderadiel | 94% |
Franekeradeel | 50% |
Geertruidenberg | -3% |
Geldermalsen | -16% |
Geldrop-Mierlo | 8% |
Gemert-Bakel | 10% |
Gennep | 20% |
Giessenlanden | -6% |
Gilze en Rijen | -4% |
Goeree-Overflakkee | 11% |
Goes | -28% |
Goirle | 13% |
Gorinchem | -2% |
Gouda | 31% |
Grave | 30% |
Groesbeek | 22% |
Groningen | 30% |
Grootegast | 62% |
Gulpen-Wittem | 13% |
Haaksbergen | 21% |
Haaren | -11% |
Haarlem | -25% |
Haarlemmerliede en Spaarnwoude | -17% |
Haarlemmermeer | -48% |
Halderberge | 7% |
Hardenberg | 18% |
Harderwijk | -20% |
Hardinxveld-Giessendam | 11% |
Haren | 2% |
Harlingen | 14% |
Hattem | 13% |
Heemskerk | 47% |
Heemstede | -31% |
Heerde | 15% |
Heerenveen | -14% |
Heerhugowaard | 26% |
Heerlen | 49% |
Heeze-Leende | -12% |
Heiloo | -6% |
Hellendoorn | 0% |
Hellevoetsluis | 50% |
Helmond | 3% |
Hendrik-Ido-Ambacht | 30% |
Hengelo | 25% |
het Bildt | 102% |
Heumen | 1% |
Heusden | 2% |
Hillegom | -15% |
Hilvarenbeek | -13% |
Hilversum | -14% |
Hof van Twente | 13% |
Hollands Kroon | 20% |
Hoogeveen | 14% |
Hoogezand-Sappemeer | 112% |
Hoorn | 3% |
Horst aan de Maas | 3% |
Houten | 3% |
Huizen | 12% |
Hulst | 12% |
IJsselstein | 15% |
Kaag en Braassem | -28% |
Kampen | 11% |
Kapelle | 16% |
Katwijk | -22% |
Kerkrade | 67% |
Koggenland | 10% |
Kollumerland en Nieuwkruisland | 78% |
Korendijk | 32% |
Krimpen aan den IJssel | 31% |
Krimpenerwaard | 21% |
Laarbeek | -2% |
Landerd | 1% |
Landgraaf | 79% |
Landsmeer | 5% |
Langedijk | 6% |
Lansingerland | -6% |
Laren | -55% |
Leek | 52% |
Leerdam | 12% |
Leeuwarden | 52% |
Leeuwarderadeel | 80% |
Leiden | -20% |
Leiderdorp | 4% |
Leidschendam-Voorburg | 15% |
Lelystad | 16% |
Leudal | 17% |
Leusden | -11% |
Lingewaal | 22% |
Lingewaard | 21% |
Lisse | -22% |
Littenseradiel | 65% |
Lochem | -3% |
Loon op Zand | -1% |
Lopik | 15% |
Loppersum | 94% |
Losser | 35% |
Maasdriel | -20% |
Maasgouw | 14% |
Maassluis | 54% |
Maastricht | -14% |
Marum | 38% |
Medemblik | 12% |
Meerssen | 13% |
Menameradiel | 70% |
Menterwolde | 60% |
Meppel | 1% |
Middelburg | -9% |
Midden-Delfland | -9% |
Midden-Drenthe | 28% |
Mill en Sint Hubert | 7% |
Moerdijk | -34% |
Molenwaard | 14% |
Montferland | 31% |
Montfoort | 9% |
Mook en Middelaar | 4% |
Muiden | -36% |
Naarden | -35% |
Neder-Betuwe | 26% |
Nederweert | 17% |
Neerijnen | 17% |
Nieuwegein | -3% |
Nieuwkoop | -15% |
Nijkerk | -15% |
Nijmegen | -11% |
Nissewaard | 44% |
Noord-Beveland | -8% |
Noordenveld | 13% |
Noordoostpolder | 36% |
Noordwijk | -55% |
Noordwijkerhout | -31% |
Nuenen, Gerwen en Nederwetten | -4% |
Nunspeet | 10% |
Nuth | 33% |
Oegstgeest | -34% |
Oirschot | -22% |
Oisterwijk | -27% |
Oldambt | 52% |
Oldebroek | -5% |
Oldenzaal | 5% |
Olst-Wijhe | 22% |
Ommen | 12% |
Onderbanken | 81% |
Oost Gelre | 18% |
Oosterhout | -14% |
Ooststellingwerf | 8% |
Oostzaan | 11% |
Opmeer | 16% |
Opsterland | -1% |
Oss | 8% |
Oud-Beijerland | -15% |
Oude IJsselstreek | 35% |
Ouder-Amstel | -32% |
Oudewater | 13% |
Overbetuwe | 12% |
Papendrecht | 23% |
Peel en Maas | 13% |
Pekela | 142% |
Pijnacker-Nootdorp | 2% |
Purmerend | 25% |
Putten | -2% |
Raalte | 0% |
Reimerswaal | 26% |
Renkum | 6% |
Renswoude | -8% |
Reusel-De Mierden | 0% |
Rheden | 28% |
Rhenen | 16% |
Ridderkerk | 28% |
Rijnwaarden | 33% |
Rijssen-Holten | 22% |
Rijswijk | 9% |
Roerdalen | 34% |
Roermond | 5% |
Roosendaal | 5% |
Rotterdam | -7% |
Rozendaal | 28% |
Rucphen | 7% |
Súdwest-Fryslân | 44% |
Schagen | 14% |
Scherpenzeel | 4% |
Schiedam | 44% |
Schiermonnikoog | -1% |
Schijndel | 1% |
Schinnen | 41% |
Schouwen-Duiveland | -19% |
's-Gravenhage | 11% |
's-Hertogenbosch | -26% |
Simpelveld | 56% |
Sint Anthonis | 2% |
Sint-Michielsgestel | 4% |
Sint-Oedenrode | -12% |
Sittard-Geleen | -7% |
Sliedrecht | 28% |
Slochteren | 29% |
Sluis | -31% |
Smallingerland | 25% |
Soest | 0% |
Someren | -1% |
Son en Breugel | -30% |
Stadskanaal | 108% |
Staphorst | 12% |
Stede Broec | 60% |
Steenbergen | 22% |
Steenwijkerland | 29% |
Stein | 44% |
Stichtse Vecht | 12% |
Strijen | 16% |
Ten Boer | 70% |
Terneuzen | 3% |
Terschelling | -23% |
Texel | -40% |
Teylingen | -28% |
Tholen | 40% |
Tiel | 11% |
Tilburg | 3% |
Tubbergen | 0% |
Twenterand | 38% |
Tynaarlo | 9% |
Tytsjerksteradiel | 55% |
Uden | -20% |
Uitgeest | 17% |
Uithoorn | 7% |
Urk | 47% |
Utrecht | -11% |
Utrechtse Heuvelrug | -8% |
Vaals | 3% |
Valkenburg aan de Geul | -30% |
Valkenswaard | -14% |
Veendam | 83% |
Veenendaal | 0% |
Veere | -41% |
Veghel | -13% |
Veldhoven | -22% |
Velsen | -6% |
Venlo | 29% |
Venray | -12% |
Vianen | 3% |
Vlaardingen | 30% |
Vlagtwedde | 54% |
Vlieland | -20% |
Vlissingen | 3% |
Voerendaal | 31% |
Voorschoten | -11% |
Voorst | 0% |
Vught | -13% |
Waalre | -9% |
Waalwijk | -16% |
Waddinxveen | 5% |
Wageningen | -2% |
Wassenaar | -52% |
Waterland | 6% |
Weert | -13% |
Weesp | 1% |
Werkendam | 19% |
West Maas en Waal | 25% |
Westerveld | 15% |
Westervoort | 81% |
Westland | -17% |
Weststellingwerf | 54% |
Westvoorne | -7% |
Wierden | 11% |
Wijchen | 14% |
Wijdemeren | -19% |
Wijk bij Duurstede | 21% |
Winsum | 80% |
Winterswijk | 30% |
Woensdrecht | 1% |
Woerden | -12% |
Wormerland | 26% |
Woudenberg | 1% |
Woudrichem | 10% |
Zaanstad | 38% |
Zaltbommel | -33% |
Zandvoort | -52% |
Zederik | 2% |
Zeevang | 29% |
Zeewolde | -25% |
Zeist | -29% |
Zevenaar | 3% |
Zoetermeer | 46% |
Zoeterwoude | -48% |
Zuidhorn | 16% |
Zuidplas | -11% |
Zundert | -7% |
Zutphen | 8% |
Zwartewaterland | 12% |
Zwijndrecht | 19% |
Zwolle | -17% |
OZB-tarief ten opzichte van gemiddeld (100 = gemiddeld) indien geen verevening via Gemeentefonds.