Briefadvies AWBZ-middelen voor vrouwenopvang en maatschappelijke opvang
Advies over de toevoeging van AWBZ-middelen aan de decentralisatie-uitkering vrouwenopvang (Du-VO) en de decentralisatie-uitkering maatschappelijke opvang (Du-MO).
De Raad constateert dat van een landelijk uniforme benadering bij de verdeling van de AWBZ over de regio’s geen sprake is geweest. Voor wat betreft de vrouwenopvang ontstaan ongewenste herverdeeleffecten, voor een deel doordat een aantal centrumgemeenten verantwoordelijk is voor landelijke, specialistische voorzieningen. De Raad stelt voor om bij de verdelingen AWBZ-middelen voor de vrouwenopvang aan te sluiten bij het financieringsarrangement dat voor de landelijk werkende voorzieningen is gekozen.
Voor de maatschappelijke opvang adviseert de Raad de overgang naar een objectieve verdeelsleutel in twee stappen te laten verlopen. In 2016 de helft op basis van de historische budgetverdeling en de andere helft op basis van de objectieve verdeelsleutel, en in 2017 geheel objectief.
De verdeelmodellen zijn gebaseerd op de veronderstelde geobjectiveerde vraag naar opvangvoorzieningen in een regio. Dit sluit ook aan op het uitgangspunt dat mensen zoveel mogelijk worden opgevangen in de eigen regio. Maar vanuit de gewaarborgde landelijke toegankelijkheid kan er een beroep op voorzieningen buiten de eigen regio ontstaan. De Raad bepleit dat voor opvang buiten de eigen regio er in beginsel het recht is om de kosten daarvan in rekening te brengen aan de centrumgemeente die de middelen daarvoor ontvangt op basis van de regionale bekostiging.