Briefadvies Gemeenten verantwoordelijk voor OZB
De Raad voor de financiële verhoudingen heeft grote bezwaren tegen het invoeren van de zogenoemde macronorm voor de onroerendezaakbelasting. Invoering van een dergelijke norm betekent een inperking van de gemeentelijke beleidsvrijheid. Het draagt bovendien niet bij aan het doel, namelijk het voorkomen van een onevenredige stijging van de collectieve lasten. De Raad schrijft dat in een advies aan de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
De macronorm zou een grens moeten stellen aan de totale jaaropbrengst van de OZB, dus die van alle gemeenten bij elkaar.
Achtergrond van het advies over de macronorm is het Bestuursakkoord dat rijk en gemeenten hebben gesloten. Daarin is afgesproken dat de ontwikkeling van de lokale lasten zal worden gevolgd en zonodig onderwerp zal zijn van bestuurlijk overleg. Maar in geval van overschrijding van de macronorm wil het rijk kunnen ingrijpen via het gemeentefonds.Volgens de Raad betekent invoering van de norm een inperking van de gemeentelijke beleidsvrijheid.
De Raad vindt zo'n norm niet goed mogelijk, onwenselijk en onnodig. Onnodig, omdat de gemeenten zich de afgelopen jaren verantwoordelijk hebben getoond. De tariefsverhogingen van de OZB zijn de afgelopen jaren ruimschoots binnen door het rijk gestelde kaders gebleven. Het is dan ook niet te verwachten dat er de komende jaren een overschrijding zal plaatsvinden. Daarnaast stelt de Raad zich op het principiële standpunt dat het de verantwoordelijkheid is van de gemeenten om de hoogte van de OZB-tarieven vast te stellen. De Raad vindt verder dat een correctie via een ingreep in het gemeentefonds bestuurlijk ongepast is. Tot slot is verkend aan welke eisen een eventuele macronorm zou moeten voldoen. De conclusie is dat geen van de berekeningsmethoden voldoet.