Terugkijken: 'Samen leven met de democratische rechtsorde als fundament'

Op donderdag 18 januari jl. vond in de Glazen Zaal in Den Haag de lunchbijeenkomst met als thema 'Samen leven met de democratische rechtsorde als fundament' van de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) plaats.

Terugkijken

Verslag van de bijeenkomst

Na het welkomstwoord door Han Polman (ROB-voorzitter en Commissaris van de Koning in Zeeland) deelden Herman Tjeenk Willink (Minister van Staat) en Huri Sahin (burgemeester van de gemeente Rijswijk en ROB-raadslid) hun perspectief vanuit verschillende generaties, achtergrond en ervaring. Onder leiding van Yasmin Ait Abderrahman gingen zij met de aanwezigen in gesprek.

Samenleven met de democratische rechtsorde als fundament
Het eerste deel van de bijeenkomst had als thema ‘Samenleven met de democratische rechtsorde als fundament’. Herman Tjeenk Willink legt uit wat we met de democratische rechtsorde bedoelen: de spelregels tussen overheid en burger, en burgers onderling: gemeenschappelijke waarden zoals redelijkheid, billijkheid, grondrechten. We zien dat het moeite kost dit te concretiseren en dat heeft te maken met ‘cognitieve tekorten’. De democratische rechtsorde is dat wat ons nog bindt, nu veel andere gemeenschappelijke zaken zijn weggevallen. Deze is de laatste twee decennia echter uitgehold door teveel op de markt te leunen; de overheid is haar eigen fundament verloren. In de markt staat efficiëntie voorop; natuurlijk zijn er wel morele overwegingen, maar die zijn secundair. Bij de overheid zijn de waarden van democratie en rechtsstaat primair, en is efficiëntie een randvoorwaarde in plaats van een primair doel, zoals in de markt.

Huri Sahin geeft aan dat de Raad voor het Openbaar Bestuur eerder in het advies Gezag herwinnen het cognitief tekort constateerde: de overheid heeft aan bekwaamheid, betrokkenheid en betrouwbaarheid ingeleverd. Daarom is het gezag - vrijwillig aanvaarde macht - van de overheid aan het afnemen. In haar functie als burgemeester ziet zij dat door de toegenomen complexiteit aan wetgeving soms ook hele specifieke kennis nodig is. Wanneer bij maatschappelijke onrust escalatie op de loer ligt, geeft de democratische rechtsorde bescherming en begrenzing, en een kader om als burgemeester haar werk te kunnen doen.

Herman Tjeenk Willink geeft aan dat gemeenschappelijke verantwoordelijkheid zowel voor de overheid als voor burgers een probleem is. Bij een systeem waarbij iedereen verantwoordelijk is, is niemand aanspreekbaar. Het zou helpen iedereen zijn eigen functie kent en vervolgens kijkt hoe die beter uit te oefenen. Waarbij de functie van volksvertegenwoordiger anders is dan de functie van bestuurder. Dus de vraag voor iedereen is: wat doet u er zelf aan?

Het functioneren van de overheid en de rol van de publieke ambtsdrager
Vervolgens verlegt Yasmin de focus naar het huidige functioneren van de overheid en de rol van de publieke ambtsdrager. Huri vertelt hoe zij als burgemeester van Rijswijk hiernaar kijkt. Zij heeft veel respect voor mensen die in deze tijd kiezen voor de publieke zaak. Een zorg daarbij is wel het grote verloop. Om een goede politicus te zijn moet je ook fouten kunnen maken om weer van te leren. Momenteel ligt het vergrootglas enorm op uitglijders en details, waardoor de echte problemen onderbelicht blijven en niet worden opgelost. Dat komt de democratie niet ten goede. Er zou veel meer moeten worden gekeken naar politieke verantwoording.

Herman Tjeenk Willink licht toe dat het kenmerk van macht in de democratische rechtsorde is dat die macht gespreid is. Het probleem is dat verantwoordelijkheid wordt gekoppeld aan schuld, terwijl het gaat over risicoaansprakelijkheid. Door de focus daarbij te beperken tot één persoon kom je nooit achter de structurele oorzaken van problemen, en dus komen er nooit structurele verbeteringen.

Daarnaast is de overheid geen eenheid en geen hiërarchische organisatie, kenmerk van de overheid is verscheidenheid en wederzijdse afhankelijkheid. Daarom is het zo belangrijk dat je niet alleen eigen functie goed kent maar ook die van de ander.

De verhouding tussen overheid en burger
Tot slot benoemt Yasmin de relatie tussen overheid en burger. Werkt de democratie niet juist goed: burgers hebben hun stem immers duidelijk laten horen? Herman Tjeenk Willink geeft aan dat bij diverse verkiezingen tot uiting kwam dat er onvrede is, maar dat het systeem daar vervolgens niets mee doet. Achter het gezegde dat ‘de overheid niet luistert’ zitten verschillende problemen: het doenvermogen van de burger, het systematisch niet oplossen van structurele problemen, geen oog hebben voor uitvoerbaarheid en uitvoering, en het probleem dat niet altijd duidelijk is wat onder ‘burger’ wordt verstaan. Hij maakt onderscheid tussen vier rollen waarin de burger zich verhoudt tot de overheid:

  1. De burger als vertegenwoordiger van de democratie.
    Gezien eerdere hervormingen en de vele rapporten hierover is het niet realistisch dat op dit vlak verbeteringen zullen optreden.
  2. De burger als deelnemer in de civil society. De (maatschappelijke) democratie kan worden versterkt als de overheid juist burgerinitiatieven stimuleert, ruimte geeft en ondersteunt.
  3. De burger die recht heeft op rechtsbescherming, en door rechtsstatelijke normen beschermd wordt tegen andere burgers maar ook tegen de overheid.
  4. De burger die beschermd wordt door de overheid, door klassieke en sociale grondrechten.

Op elk van deze vier verschijningsvormen is de positie van de burger de afgelopen 30 jaar verslechtert. Met name op het gebied van bescherming door de overheid is een hoop te doen, want waarom zou je als burger een overheid vertrouwen in regio’s waar deze niet meer zichtbaar is?

Huri Sahin geeft aan dat gemeenten in 2015 zware taken erbij gekregen, maar niet de benodigde middelen. Zo komt het sociale vangnet van grondrechten ook onder druk te staan.

Tjeenk Willink stelt dat de politiek beter moet luisteren naar signalen uit de ambtenarij en uitvoering. De compensatie van de toeslagenaffaire wordt de volgende affaire, omdat er heel veel signalen uit de ambtenarij worden genegeerd, wat heeft geleid tot een onuitvoerbare opgave die miljarden kost.

Afsluiting
Han Polman sluit de bijeenkomst af. Hij stelt dat voor politiek, ambtenaren en overheden het eigen gedrag - hoe we onze rol pakken en onze verantwoordelijkheden invulling geven - ook het beeld wat burgers van ons hebben bepaalt. Als persoon dragen we ons ambt, niet andersom. Hij roept op elkaar sterker te maken door elkaar aan te spreken op de invulling van onze rol.

Hartelijk dank aan Huri Sahin en Herman Tjeenk Willink voor hun kennis en inzichten die zij hebben willen delen op een inspirerende bijeenkomst. De middag leverde veel gespreksstof op; de komende tijd gaat de ROB hier verder mee aan de slag