De betekenis van het compensatiebeginsel voor de wetgevingspraktijk
In artikel 2 van de Financiële-verhoudingswet (Fvw) en artikel 108 lid 3 van de Gemeentewet is het compensatiebeginsel vastgelegd. Dit beginsel houdt in dat het Rijk zich rekenschap geeft van de financiële gevolgen van nieuwe of geïntensiveerde taken of activiteiten voor decentrale overheden en deze in beginsel compenseert.
De taken, bevoegdheden, verantwoordelijkheden en de middelentoedeling moeten niet alleen in balans zijn, maar ook moet invulling worden gegeven aan het noodzakelijke onderzoek naar de kosten, het overleg met en de informatievoorziening aan de systeemverantwoordelijkheid van de minister van BZK. Een consequente en eenduidige toepassing van het compensatiebeginsel helpt te voorkomen dat overheden in een permanente staat van onderhandeling met elkaar verkeren en financiële verhoudingen verworden tot machtsverhoudingen. Dat doet afbreuk aan de principes van de democratische rechtsstaat en de bestuurskracht van de Nederlandse overheden.
In het artikel dat eerder dit jaar verscheen in RegelMaat 2022-1, p. 54-73 licht Gerber van Nijendaal de betekenis van het compensatiebeginsel binnen de financiële verhoudingen nader toe.