Van Parijs naar praktijk: 1,8 miljard euro nodig voor lokale uitvoering Klimaatakkoord

Het is een van de meest ingrijpende transities waar Nederland nu voor staat: de uitvoering van het Klimaatakkoord. Gemeenten, provincies en waterschappen hebben de komende drie jaar 1,8 miljard euro nodig om de extra taken te kunnen uitvoeren die daaruit voortkomen. Dat stelt de Raad voor het Openbaar Bestuur in het advies Van Parijs naar praktijk. Ook adviseert de Raad om lokale, regionale en landelijke inspanningen onderling goed af te stemmen om zicht te houden op het uiteindelijke doel: 49% CO2-reductie in 2030.

Decentrale overheden moeten veel klimaatmaatregelen uitvoeren

Een groot gedeelte van de maatregelen uit het Klimaatakkoord moeten decentrale overheden (gemeenten, provincies en waterschappen) uitvoeren en organiseren. Zo zijn gemeenten verantwoordelijk voor het aardgasvrij maken van woningen en bepalen decentrale overheden op regionaal niveau waar de benodigde windmolens en zonneparken moeten komen. Op verzoek van het kabinet heeft de Raad een advies uitgebracht over de hoogte van de uitvoeringskosten en hoe deze uitvoeringskosten moeten worden bekostigd.

Forse opgaven, forse lasten

Na een reflectie op een onderzoek door adviesbureau AEF komt de Raad uit op een bedrag van in totaal € 1,8 miljard voor de periode 2022-2024. Dit bedrag hebben decentrale overheden nodig om op korte termijn voldoende mensen aan te nemen en in te huren. Bijvoorbeeld om een lokaal klimaatplan op te stellen en no regret-maatregelen uit te voeren.

Ondersteuning onmisbaar

Gemeenten, provincies en waterschappen zijn zelf verantwoordelijk voor hun klimaatplannen. Toch is ondersteuning en coördinatie op regionaal en landelijk niveau onmisbaar, stelt de Raad. Anders bestaat het risico dat decentrale overheden allemaal hun best doen, maar het zicht verdwijnt op het uiteindelijke doel: 49% CO2-reductie in 2030 (vergeleken met 1990).

Advies aan kabinet

De Raad adviseert het kabinet:

  • decentrale overheden voor de periode 2022-20224 te financieren voor de uitvoeringskosten van het Klimaatakkoord. In totaal is € 1,8 miljard nodig voor de periode 2022-2024.
  • de financiering via een brede doeluitkering te verstrekken. Zo kunnen decentrale overheden zelf bepalen wat de meest zinnige inzet van het geld is, rekening houdend met hun lokale situatie.
  • in 2024 de uitvoeringskosten en de verdeling ervan te evalueren en herijken op basis van onder andere realisatiecijfers.
  • vanaf 2025 de uitvoeringslasten te verdelen op basis van inzicht in de werkelijke kosten.
  • regio’s van samenwerkende overheden in te richten om de lokale uitvoeringskracht te ondersteunen en kennis en inkoopkracht te bundelen. En een landelijk programmateam om de inspanningen van alle overheden te coördineren.

Wat betekent dit in praktijk?

Wat betekent dit advies in praktijk voor decentrale overheden?
Lees hierover in het interview met gedeputeerde Jop Fackeldey in de provincie Flevoland en met wethouder Marco Verloop van de gemeente Veenendaal.

Klimaatakkoord

Het Klimaatakkoord is een Nederlandse doorvertaling van het wereldwijde Klimaatakkoord van Parijs uit 2015. In het akkoord staan maatregelen en afspraken tussen bedrijven, maatschappelijke organisaties en overheden om gezamenlijk de uitstoot van broeikasgassen in Nederland in 2030 ongeveer te halveren (vergeleken met 1990).